We never lost control
You're face to face
With the man who sold the world
Vandaag vervolgt de petit tour zijn weg. Den Haag staat op het overvolle programma. Maar om twee redenen wil ik eerst naar Delft. De eerste is om het boek Musch. Musch slaat op Cornelis Musch, ten tijde van de verhitte gebeurtenissen in 1650 de griffier van staat. Wikipedia zelf maar wat dat inhoudt maar meneer Musch heeft echt bestaan. Zijn naam en familiewapen staan afgebeeld in Delft boven de ingang van het voormalig hoofdkantoor van het Hoogheemraadschap Delfland, en op de omslag van het boek. Aan zijn memoires zijn het verhaal van Johan de Witt, althans waar we instappen in het boek, opgehangen. Ik wil het graag zien. De tweede reden waarom ik naar Delft wil is om de Nieuwe Kerk te bezoeken. Het lot van JdW is onlosmakelijk verbonden met dat van de Oranjes. En hoewel ik bij het eerste couplet van het Wilhelmus nog redelijk mee kan komen en desgevraagd midden in de nacht en na een paar borrels kan opdreunen wie Willem van Oranje vermoord heeft, heb ik me nooit zo verdiept in de geschiedenis van het koningshuis. Een goed startpunt lijkt me de plek waar onze Vader des Vaderlands zijn laatste adem uitblies en dan ook begraven is. In de kerk worden we geconfronteerd met een stevige portie Oranjegezindheid. En de laatste kist met Hugo de Groot erin, ook trouwens.
In de kerk is her en der wat historische info aangebracht waaronder het eerherstel van het Hollandse stadhoudersschap van de Oranjes. Inmiddels weet ik dat prins Willem III een (de?) aanjager is van de moord op Johan de Witt die dat stadhoudersschap dwarsboomde en in de weg stond. Maar in de kerk wordt er met geen woord over gerept. De onrust en de oorlog die begint in Rampjaar 1672 komt aan bod, de successen van Willem III, maar geen woord over de politieke aardverschuivingen en intriges of de kwestie De Witt. Op het volgende bordje is het alweer één en al welvaart en hosanna voor de eerste Oranje koning Willem I en nog iets over de problemen met België. Wie was er nou 'fout'?
Wil ik nog graag een uitstapje maken naar de 19e eeuw. In de kerk maak ik middels een perspex bordje kennis met koningin Sophia en ik sluit haar meteen in mijn hart om haar (onbedoelde?) zwarte humor. Het zit zo: inmiddels is het huis van Oranje toe aan zijn derde koning Willem. Willem is getrouwd met zijn nicht Sophia, trouwen binnen de familie was niet ongebruikelijk in die dagen. Als Sophia overlijdt, wordt ze conform haar eigen laatste wensen opgebaard in haar trouwjurk, omdat 'haar leven al geëindigd was op haar trouwdag.' Deze daad van verzet en kennelijke overtuigingskracht die zelfs na haar dood stand houdt vind ik bewonderenswaardig voor een 19e eeuwse vrouw van stand. De bekrompen, vrouwonvriendelijke tijd versus koningin Sophia: 0-1.
In Den Haag bezoeken we het Binnenhof. Er zijn geen rondleidingen dus behalve daar alles goed bekijken, laveren tussen de andere toeristen en keihard langsfietsende passanten is er niet veel te doen. En dat is precies wat me eraan treft. Het bestuurlijke centrum van de Nederlandse Staat, in al haar historische glorie, met zoveel verhalen achter de ramen, op de drempels, tussen de zuilen, is statig stil en bescheiden en laat weinig los over haar verleden. We bezoeken nog wel de kelder van de Ridderzaal alwaar we een handgeschreven stamboom van de Oranjes aantreffen. We puzzelen en studeren net zo lang tot we vriendelijk verzocht worden even opzij te gaan voor een meneer die al een tijdje wacht om een foto van de poster te maken. We komen er niet uit. De familiebanden zijn ondoorgrondelijk voor mijn lekenogen. Steeds lijken we het te snappen maar dan dalen we een takje af en begint het mysterie opnieuw. Wat zeker is, is dat ons huidige koningshuis niet absoluut direct afstamt van Willem van Oranje die we vanmorgen bezochten in Delft.
We verlaten het Binnenhof en melden ons bij de Gevangenpoort. Op voorschrift van de brandweer mogen we de gevangenis alleen met gids bezoeken en dus vervoegen we ons bij Han. Han is een lieve, wat oudere man met een lugubere pre-occupatie voor Middeleeuwse martelwerktuigen en daarvan afgeleide spreekwoorden en gezegden. En passant deelt hij ook nog wat bouwkundige wetenswaardigheden met ons en in de luxe 'cel' waar Cornelis de Witt gevangen zat onderwijst hij ons kort over het De Witt verhaal. We kijken uit het raam dat uitkijkt op de plek waar de broers later het leven zullen laten. In de Gevangenpoort liggen nog wat rechterlijke stukken die getuigen van het proces tegen Cornelis, het vermoedelijk laatste boek dat Cornelis in zijn cel las en -heel opmerkelijk- twee zilveren munten ter nagedachtenis aan de moord. Op één van de twee munten staan de broers afgebeeld hangend aan de paal na hun dood. Werd de moord gezien als een heldendaad? Of was het juist ter nagedachtenis aan verschrikkingen? Met elke stap die ik deze week zet om meer te weten te komen lijkt het wel of er 10 nieuwe vragen bij komen. Cornelis zit gevangen op verdenking van het smeden van een moordcomplot tegen prins Willem III, het proces was lastig. Hij werd geheel tegen de gebruiken ten aanzien van hooggeplaatste gevangenen gemarteld om een bekentenis los te peuteren, tevergeefs. Het proces en de bewijsvoering rammelden en de enige getuigenis tegen hem was discutabel. Toch werd hij schuldig bevonden en veroordeeld tot verbanning. Johan heeft even daarvoor zijn ontslag als raadpensionaris aangeboden en wil zijn broer ophalen om samen te vertrekken. De rest van de geschiedenis is bekend.
Maar waar zouden de mannen naartoe? Gingen ze samen weg? En waar waren ze nog welkom? Niet in Engeland. Duitsland misschien? Frankrijk lag ook niet lekker. Stonden de koffers en de koets al klaar? Gingen vrouwen en kinderen ook meteen mee? Wat ging er door ze heen toen de mensenmassa binnenstormde? Zouden ze nog een poging gedaan hebben te ontsnappen?
Ik volg Han niet meer naar de martelkelder. Ik kan het niet meer aanhoren, de verschrikkingen.
We verlaten de Gevangenpoort en houden iets verderop stil bij het standbeeld van Johan. Met zijn vingers wijst hij naar de plek waar hij en zijn broer vermoord werden. Het standbeeld is waardig en rondom voorzien van plaquettes waarop hij geëerd wordt. Op de achterzijde staan zijn verdiensten in prachtige, plechtstatige bewoordingen opgesomd: "dienaar van de republiek, vormer van machtige vloten, verdediger van vrije zeeën, verzorger van 's lands gelden, wiskundige". Waar en in wiens hoofd waren deze zaken niet meer dan genoeg om de man te eren of in elk geval met rust te laten? Welk kwaad is hiervoor verantwoordelijk? Het standbeeld is trouwens ooit onthuld door koningin Wilhelmina, wat opmerkelijk is gezien de rol van de Oranjes in de geschiedenis De Witt.
Op mijn laatste voetjes lopen we maar een klein stukje verder, naar de Kneuterdijk waar het huis van Johan staat. Nu eigendom van de Staat en een keurig onderhouden gelegenheid voor ontvangsten en andere officiële aangelegenheden. Ons huidige kabinet is er gesmeed. Een gouden bordje prijkt op de gevel: Johan de Witt Huis. Vreemd toeval is dat Cornelis Musch er ook woonde voorheen. Op zeer korte afstand van elkaar bevinden zich de plek waar Johan werkte, vermoord werd en zijn huis.
Mijn hoofd is vol. We nemen plaats op het plein waarover Johan op zijn sokkel waakt en proosten op hem met een Witte wijn. Ik heb nog steeds zoveel vragen. Over toen, over nu. Mijn ziel staat even net zo ver open als een walvisbek die plankton oogst. Hoe kon het zo misgaan... Hoe is de geschiedenis ooit te doorgronden.
Misschien wist Johan het echt niet, dat zijn leven gevaar liep, dat de Republiek onder vuur lag en dat aan waarden die hij te vuur en te zwaard had verdedigd en ingezet om Nederland verder te helpen getornd werd. Maar misschien zag hij het niet meer. Misschien was na 19 jaar op de toppen van zijn kunnen de scherpte eraf. Net zoals je de plant niet meer ziet in de hal van het kantoor waar je al 19 jaar dagelijks binnenstapt. Misschien was de alerte, slimme jongeman ten prooi gevallen aan slijtage, routine, sleets vertrouwen in zijn kunnen en het werken van de systemen die al zolang werkten zoals ze moesten. Misschien...
In de auto op weg naar huis luisteren we naar een willekeurige playlist die op een prettig oor- en denkverdovend volume staat. Kurt Cobain schalt uit de speakers met The Man Who Sold The World. "Wij waren het niet, wij verloren de controle niet uit het oog. Je staat oog-in-oog met de man die de wereld verkocht". Maar wie verkocht de wereld?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten